Literatuur
- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 19973e druk, sterk uitgebreid [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin: blz. 82 ("Bochtscharnier: scharnier met omgezette bladen, knier, die in kozijnstijl en deurstijl worden gehakt met dunne knierbeitels en worden vastgezet met spijkers of schroeven [...]"), 266 ("Knier: bochtscharnier")
- Jellema, R. & M.C.A. Meischke & J.A. Muller (red.), Bouwkunde. Leerboek voor het middelbaar technisch onderwijs, deel 1. Delft (Waltman), z.j. [1952]5e druk. [452 blz. ISBN -]. Hierin "Bochtscharnier (knier)": blz. 208
- Doorne, Geert Van (red.), Vensters. Zeven eeuwen techniek en esthetiek. Gent (Dienst Monumentenzorg en Stadsarcheologie), 1993. [126 blz. ISBN -]. Hierin: 8 (knier(scharnier) = fits)
- Stenvert, Ronald & Gabri van Tussenbroek & Karel Emmens & Ronald Glaudemans & Jan van der Hoeve & Koos Steehouwer Inleiding in de bouwhistorie. Opmeten en onderzoeken van oude gebouwen. Utrecht (Matrijs, in samenwerking met de Stichting Bouwhistorie Nederland), 2007. [216 blz. ISBN 978.90.5345.316.2]. Hierin "Knier of bochtscharnier": blz. 180